Zoeken in deze blog

woensdag 8 juni 2011

Het Beroepscollege – de ankerpunten

De werkgroepen hebben de acht ankerpunten uit het visiedocument gebruikt als uitgangspunt voor de ontwikkeling van ideeën. Opnieuw geen voorschrift voor hoe het precies moet, maar suggesties bij het maken van keuzes in de ontwikkeling van het Beroepscollege.
Hieronder de acht ankerpunten, met daaraan toegevoegd enkele korte statements.

1.   Een optimale doorstroom binnen 5 leerwegen waarin de zone van persoonlijke, naaste ontwikkeling van de leerling en optimalisering van kansen centraal staat.
-     Leerlingen hebben keuzemogelijkheid in wat en hoe ze willen leren.
-     Leerlingen leren in gepersonaliseerde leerlijnen.
-     Het Beroepscollege stemt het aanbod van miniondernemingen af op behoeften in de omgeving.
-     Een dag op het Beroepscollege is ingedeeld in drie blokken:
basisblok - talentblok - ontwikkelblok. In alle blokken komen de vier leergebieden aan bod.

2.   Samenwerking met het MBO
-     Uitwisseling docenten
-     Uitwisseling gastlessen VMBO-ROC
-     ROC betrekken bij examens VMBO
-     Zorgt voor doorlopende leerlijnen o.a. door een warme overdracht
-     Competentiegericht onderwijs

3.   Diploma- en/of werkgarantieUitgangspunt is om alle leerlingen van het Beroepscollege een passend traject aan te bieden dat aansluit bij zijn /haar mogelijkheden. Er wordt gestreefd naar het hoogst haalbare, rekening houdend met de belangstelling en passie van de leerling.

4.   Visie op de leerling en het leren
Uitgangspunt is dat iedere leerling zijn eigen leren opbouwt, in een persoonlijke leerstijl en dat doet in samenhang met de omgeving. Op het Beroepscollege dient het onderwijs gericht te zijn op een cognitief, ambachtelijk, sociaal en persoonlijk leergebied.

5.   Een optimale zorgstructuur in het kader van Passend Onderwijs. Het Beroepscollege heeft een structuur nodig voor het geval leerlingen en onderwijsmedewerkers behoefte hebben aan extra begeleiding en zorg.
De eerste en tweede lijn is binnen het Beroepscollege georganiseerd, via de mentor en de zorgcoördinator. De derde lijn zorg is extern en wordt, indien nodig, door de zorgcoördinator ingeschakeld.

De mentor is voor leerlingen, ouders en onderwijsmedewerkers de centrale spil in de zorg. Het IOP (Individueel Ontwikkelingsplan) is een belangrijk hulpmiddel bij het bieden van de juiste zorg voor iedere leerling.

Ook docenten hebben extra ondersteuning nodig, zodat zorgleerlingen zo lang mogelijk aan het reguliere onderwijsproces kunnen deelnemen. Coachen en ondersteunen van de onderwijsmedewerkers bij de interactie met de leerling is voor de zorgcoördinator dan ook een speerpunt.

6.   Directe en intensieve betrokkenheid van ouders.
7.   Een school midden in de maatschappij
Om dit doel te kunnen bereiken, onderhoudt het Beroepscollege contacten met ouders, buurtbewoners, gemeente, bedrijven, maatschappelijke organisaties, scholen in het basis-, voortgezet en vervolgonderwijs.

8.   Een cruciale rol van nieuwe media en mediageletterdheid bij het onderwijsleerproces.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten