Zoeken in deze blog

dinsdag 7 februari 2012

Onduidelijke (door)ontwikkeling

Theo Wismans liet ons vorige week kennismaken met een toolbox for kids  die bestond uit enquêtes, actieplannen, instructiefilmpjes enz. De box is heel geschikt om werkstukken te maken en in de volle breedte te kunnen presenteren. Dit sluit goed aan bij ons idee om een schooljaar te verdelen in periodes van plusminus 8 weken, waarbij de laatste week een prestatie- en presentatieweek is van wat de voorgaande 7 weken geleerd is. 
Het bestuur heeft nog geen besluit genomen over de vestigingsplaats en de omvang van het Beroepscollege.  Breed of smal is de vraag; alle scholen een beetje of een enkele locatie heel veel beroepscollege?  Wordt het een gefocuste doorontwikkeling van de deelnemende scholen en zo ja, wat houdt gefocust  dan in?  Gaat het dan over de ankerpunten van het 1e visiedocument of  gaat het om het raamwerk van stam-, ontwikkel- en talentblokken, zoals team 1 dat voor ogen ziet?  Wij hopen dat hierover snel heldere besluiten genomen worden, zodat we verder kunnen…
Ondertussen horen we van velen dat er op alle locaties positieve ontwikkelingen gaande zijn en dat de ankerpunten overal leven. Het is niet langer de vraag óf er een beroepscollege komt, maar hóe dat er uit gaat zien.
Even een terugblik op ons bezoek aan het Geuzen College:
Wij waren erg enthousiast over hoe men hoge eisen aan leerlingen en personeel stelde, hun realisme, het van onderop  laten ontwikkelen, het uitvoeren van de big picturegedachte, de ruime keuze mogelijkheden van de leerlingen bij het samenstellen van een examenprogramma, de rust in de school en vanzelfsprekendheid waarmee leerlingen zonder gericht toezicht aan het werk waren. Iemand van ons noemde het ‘t onderwijs van vertrouwen. Door intrasectoraal te werken ontstaan er veel meer modules en mogelijkheden om op een ander wijze je diploma te behalen. Zo worden de stagemogelijkheden sterk vergroot en kan een leerling echt iets zoeken dat bij hem past, bijv. 2 dagen werken in een manege voor revaliderende pony’s . Men heeft de leerstofmethodes losgelaten en leerstofeenheden rondom de eindtermen ontwikkeld, waardoor er veel meer vrije ruimte ontstaat om andere dingen te doen.  De CKV leraar heeft ons zo’n leerstofeenheid laten zien:  de actualiteit en het inspelen op de interessewereld van de leerlingen spatte er vanaf!
Eigen Rebound ?
Een groot deel van de dag hebben we vorige week gesproken over de opzet van een rebound op elke school. We vroegen ons af wat meer zoden aan de dijk zou zetten:  externe rebound verzorgd door collega’s van de Zonnewijzer of een eigen Rebound op elke locatie. In de praktijk komen slechts weinig leerlingen die naar de bestaande Rebound gaan ook weer terug naar de leverende school. Aangezien het streven van het Beroepscollege is dat géén leerling uitvalt, is er veel voor te zeggen dat we de Rebound in eigen hand houden.  Naar onze mening moet die aansluiten bij de mogelijkheden van de leerling. Dit houdt in dat er een maatwerkprogramma moet worden opgesteld voor de individuele leerling, waarbij de leerling ook de reguliere lessen deels blijft volgen. De leerling moet binding blijven houden met zijn school en zijn mentor. Toch mag het geen pretprogramma worden, de leerling moet samen met school, ouders en rebound toewerken naar verbetering en volledige terugkeer naar zijn school. Hierover moeten we zeker nog verder discussiëren, ook al omdat op elke school initiatieven gaande zijn die deze denkbeelden ondersteunen maar ook tegenspreken.
Groet, Peter en Wiel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten